Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zie, [30]Ik kom haastelijk; en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, [31]gelijk zijn werk zal zijn. 30. Van hier voort begint Christus zelf tot den apostel te spreken, tot het midden van vs.20, gelijk al de omstandigheden en vs.16 klaar meebrengen, en Hij bevestigt zo met Zijn eigen woorden hetgeen door den engel tevoren was verkondigd. 31. Namelijk hetzij goed of kwaad; gelijk hiervoor meermalen is beloofd en gedreigd; zie 2 Kor.5:10. Waardoor te kennen gegeven wordt, niet enige verdienste, maar een genadige beloning der goede werken, en een rechtvaardige straf en vergelding der kwade. Zie Rom.6:23; Ef.2:8, enz.